Lab&Co divider

14 oktober 2021

 

‘Organiseer de zorg rondóm de chronische patiënt’

 

Ramon van de Ven

Cardioloog Care4Hearts

Met het Nederlands Hartnetwerk gaat cardioloog Ramon van de Ven (St. Anna Ziekenhuis) de uitdaging aan om het stijgend aantal chronisch zieken in ons land hoogwaardige zorg te kunnen bieden tegen dezelfde - of wellicht zelfs - lagere kosten. Door betere samenwerking te initiëren tussen de ‘lijnen’, en door de patiënt meer regie te geven, moet dat volgens hem gaan lukken.

 

De komende jaren komt de zorg voor chronisch zieken voor enorme uitdagingen te staan weet cardioloog Van de Ven: “Het aantal mensen met hart- en vaatziekten, kanker en diabetes zal de komende jaren, in ieder geval tot 2035, 2040, alleen maar toenemen,” vertelt hij. Dit komt deels door de vergrijzing, maar Van de Ven noemt ook de technologische ontwikkelingen als oorzaak: “Doordat we diagnostisch en therapeutisch zoveel kunnen, speuren we ziekten eerder op en blijven meer mensen met een chronische aandoening in leven. Tegelijkertijd hebben we maar een beperkt budget voor mensen met chronische ziekten en dat budget gaat de komende jaren niet omhoog, ondanks de stijging van het aantal chronische patiënten. Daarnaast is er een beperking in de manpower; er zijn te weinig verpleegkundigen en artsen.”

 

Ramon van de Ven - Cardioloog Care4Hearts

Blijf op de hoogte!

Wilt u op de hoogte blijven van nieuws, product-updates en events van Roche Diagnostics? Dan kunt u zich hier inschrijven:

Form Successfully Submitted!
Thank you for your submission!
text
Deel dit artikel
Lab&Co divider
Ramon van de Ven - staand in gang

Optimaliseren

Van de Ven is voorzitter van de werkgroep hartfalen bij het Nederlands Hartnetwerk (NHN) en wil daarmee de zorg voor patiënten met een chronische hartaandoening, zoals hartfalen, verbeteren: “Ons doel is de zorg voor de cardiologische patiënt te uniformeren en te optimaliseren, zodat we de kwaliteit van de geleverde zorg en de tevredenheid van de patiënt kunnen verbeteren tegen gelijkblijvende of lagere kosten. Dat is de formule van Porter, de value based healthcare.

Zeker als het gaat over chronische ziekten kun je dat niet in je eentje doen. Het woord chronisch zegt het al, het houdt niet op, dus patiënten zweven tussen de eerste en tweede lijn door. En het zweven tussen die lijnen is ouderwets als het chronisch zieken betreft, want je wilt juist de zorg rondóm zo’n patiënt organiseren en de patiënt zelf ook een grote rol laten spelen.”

Voor de organisatie van die op maat gesneden zorg begin je volgens Van de Ven bij de grootste aandeelhouders in die zorg: de eerste en tweede lijn. Verder moet je denken aan onder meer apothekers, thuiszorg en mantelzorg. “We begonnen met huisartsengroepen te vragen hoe zij vinden dat de zorg voor chronisch zieken georganiseerd moet worden. We willen de protocollen bij zowel de huisartsen als in de ziekenhuizen optimaliseren en uniformeren. Dat is zeker van invloed op de manier waarop zorg wordt geleverd in de eerste en in de tweede lijn om die kwaliteit en patiënttevredenheid te optimaliseren. Dat is de basis en tegelijkertijd het succes van het NHN.”

 

Minder heropnames

Een van de projecten waarbij Van de Ven binnen het hartfalen netwerk bij het NHN betrokken is, is Care4Hearts. Bij het Nederlands Hartnetwerk aangesloten cardiologen werken hierin samen met huisartsen uit de regio Zuidoost Brabant, zorgverzekeraar CZ en Roche Diagnostics. “De doelstelling van Care4Hearts is om de heropnames van mensen met hartfalen te gaan verminderen. De heropnames zijn een hot topic voor de betalers, de zorgverzekeraars, en hebben een grote impact op de patiënten zelf.

Het idee dat we het samen moeten doen wordt gelukkig onderschreven door leveranciers, ontwikkelaars en zorgverleners. Roche Diagnostics was een van de eerste grote bedrijven die zich afvroeg wat ze konden betekenen in dit traject. Ze leverden diagnostisch informatie op het gebied van hartfalen, maar wilden graag een grotere rol door te ondersteunen, bijvoorbeeld door het netwerk dat zij hebben te delen.”

Uit het netwerk van Roche Diagnostics rolde VetaHealth, een Duits-Amerikaanse startup waarmee het al enige tijd samenwerkt. VetaHealth heeft een remote patient monitoring app ontwikkeld waarbij de terugkoppeling naar de patiënt voorloopt op wat de huidige techniek laat zien. De app werd binnen het Nederlands Hartnetwerk ingezet voor een pilot met een tiental patiënten met chronisch hartfalen.

“De pilot is gedaan in een hele beperkte setting, voornamelijk in de eerste lijn,” vertelt Van de Ven. “Daarbij hebben we de haalbaarheid onderzocht, dus antwoord op de vraag wat patiënten en zorgverleners ervan vinden om met een device om te gaan. We hebben nog niet gekeken naar resultaten als kostenbesparing en kwaliteit van leven, daarvoor heb je grotere patiëntenaantallen nodig. Het bleek dat de proefpersonen de app goed konden bedienen. Uit onderzoek blijkt ook dat de digitale vaardigheid van oudere patiënten enorm is toegenomen en we verwachten dat die nog beter wordt de komende vijf jaar.”

Lab&Co divider

“Het aantal mensen met hart- en vaatziekten, kanker en diabetes zal de komende jaren, in ieder geval tot 2035, 2040, alleen maar toenemen.”

Lab&Co divider

 

Fouten uitsluiten

“In principe wil een patiënt zo min mogelijk met zijn of haar ziektebeeld bezig zijn. Wij vonden het belangrijk dat wanneer de patiënt zijn of haar bloeddruk opnam, hij of zij dat niet zelf hoefde in te voeren in de app. Dat heeft twee redenen: ten eerste omdat de patiënt daar geen zin heeft en ten tweede om het risico op fout invullen uit te sluiten, dus wij vonden dat dat automatisch moest.”

Helemaal vlekkeloos verliep de pilot niet, want de gebruikte meetapparatuur was niet ontwikkeld door VetaHealth, dat alleen de app bedacht. Het relatief kleine VetaHealth maakt geen medische devices, waardoor de koppeling van de gebruikte bloeddrukmeter af en toe voor problemen zorgde. “Maar als de koppeling werkte, dan konden zowel de patiënten als de zorgverlener daar uitstekend mee uit de voeten,” voegt Van de Ven daaraan toe.

“Naast dat wij de zorg voor chronisch patiënten hebben veranderd, méten we ook de resultaten. Wij kunnen laten zien welke verbetering wij doorvoeren en welke consequenties dat heeft. Daarin zie je dat ten opzichte van historische cijfers meer patiënten overleven en dat er sprake is van minder heropnames, en minder zorgkosten. De kwaliteit van zorg werd vroeger nooit gemeten, die data laten wat langer op zich wachten, maar ook daar verwachten we positieve resultaten. Dat was de reden van zowel Roche als VetaHealth om in te stappen in een pilot.”

 

Telemonitoring

De remote patient monitoring app is een vorm van telemonitoring. “Dat bestaat al heel lang en is geen rocket science. Belangrijk daarbij is de groep die je selecteert en het onderliggende zorgpad. Wie moet wanneer welke actie ondernemen om eventuele ontsporing, oftewel achteruitgang, van een ziekte tegen te gaan? Dat probeer je zo vroeg mogelijk op te sporen omdat ingrijpen dan ook minder heftig is, en het herstel dus ook sneller gaat. 

Dat gaat weer gepaard met een betere kwaliteit van leven en een lagere belasting op het budget van de zorgkosten. Telemonitoring is een van de manieren om mensen sneller en beter in de gaten te houden. Daarbij leert telemonitoring mensen hoe ze om moeten gaan met hun chronische ziekte. Het doel is dat de betrokkenheid van de professionals naar de achtergrond verschuift en dat de zelfredzaamheid van de patiënt verbetert.”


“In de toekomst zie ik een grote rol voor artificial intelligence die data leest. Ik zie gebeuren dat je bij veelvoorkomende ziekten als diabetes, COPD, maar zeker ook bij hartfalen naar meer personalized medicine gaat. Dat betekent dat je bij patiënt A streeft naar bepaalde bloeddrukwaarden en bij patiënt B naar een bepaalde hartfrequentie. Dit zijn parameters die je per patiënt op een device kunt instellen en wanneer er dan grote afwijkingen zijn, krijg je een alert. Binnen die marges kan de kunstmatige intelligentie die er achter zit meteen al feedback geven naar de patiënt over wat te doen. Je probeert de communicatie in eerste instantie digitaal te laten verlopen; heeft de patiënt toch nog behoefte aan hulp of advies dan kan hij of zij contact opnemen met de zorgverlener.”

Ramon van de Ven - in groene stoel3
Lab&Co divider
Ramon van de Ven - in groene stoel

Tekst Ronald Janus | Fotografie Pim Hendriksen

Medicatie printen

Van de Ven filosofeert hardop verder over hoe technische ontwikkelingen de zorg voor patiënten straks verbeteren en vereenvoudigen: “Ik kan me zelfs voorstellen dat je in de toekomst - even simpel gezegd - een 3D-printer met alle farmacologische spulletjes erin thuis hebt staan. Een apparaat dat zeer nauwkeurig bepaalde doseringen van medicatie kan aanpassen aan gedane metingen.

Want waarom altijd die fixed dosis? De ene dag gaat het met een patiënt iets beter dan de andere dag; kunnen we daar niet een beetje in variëren? Bepaalde doses wil je altijd zo hoog mogelijk houden, maar als het gaat om doses van plasmedicatie bijvoorbeeld, kun je daar best een beetje in schommelen.

Ik wil niet zeggen dat dit scenario realiteit wordt, maar dit soort oplossingen passen wel in de gedachte die speelt, namelijk de belasting voor de zorgprofs verminderen. Zeker omdat we daarmee dan meer patiënten kunnen behandelen.


Naast de technologische uitdagingen om de zorg te versimpelen ziet Van de Ven vooral kansen in de innovatie van de organisatie. “De zorg rond de patiënt stopt niet bij de medisch specialist of de huisarts, er zit ook een apotheker bij, de patiënt zelf, maar bijvoorbeeld ook de leveranciers van medicatie, van prikapparatuur, van de bedden, of van laboratoria. Je zult het met elkaar moeten organiseren.

 

Respect voor elkaars belangen

Het moeilijke aan netwerkgeneeskunde is dat je samen een doel moet hebben, dat gemeenschappelijke doel moet gaan bóven je organisatie- of bedrijfsdoel, of je persoonlijke doel. Daarbij moet je respect hebben voor elkaars belangen en de situatie begrijpen waarin iemand zit. Je moet elkaar helpen, dit wordt nog onvoldoende bekeken.

Een voorbeeld? “Zorgverzekeraars hebben de opdracht om zorgkosten niet te veel te laten stijgen, en willen op korte termijn resultaten. Bij heupoperaties lukt dat wel, maar bij chronische ziekten is dat heel lastig. Daar moet je oog voor hebben, we moeten met elkaar een bepaald verwachtingspatroon neerzetten. De medische zorg wil niet zo snel veranderen, iedereen wil de dingen blijven doen zoals hij ze doet. Daar zit een schuurpunt. Daarom moeten we hoog over gaan.”

Lab&Co divider